Zelfs in het midden van de 19e eeuw, toen de fotografie werd geboren, behoorde het tot de taak van de fotograaf om foto’s die technisch niet altijd perfect waren, te verbeteren en te retoucheren. Het grote publiek realiseerde zich dat zelden in de 20e eeuw. Kleine, compacte en handige apparaten die toegankelijk en makkelijk te gebruiken waren, maakten fotografie toegankelijk voor iedereen. Het bewerken van foto’s vereiste echter meestal technische kennis en een fotolab en werd daarom alleen uitgevoerd door experts.
Onder historische figuren staat Stalin erom bekend dat hij bepaalde tegenstanders van foto’s heeft verwijderd. Beeldmanipulatie maakt deel uit van het programma van totalitaire regimes om voorstellingen aan te passen aan hun voorkeuren.
Dat geldt ook voor film. Leni Riefenstahl, bijvoorbeeld, paste de echte wereld in haar films aan door kundige manipulatie. Op die manier instrumentaliseerde ze de emoties van het publiek en creëerde ze geïdealiseerde voorstellingen van het “Derde Rijk”.
Vandaag de dag spelen gemanipuleerde nieuwsberichten, beelden en films (“nepnieuws”) een steeds belangrijkere rol in de berichtgeving van de media. Onderscheid maken tussen realiteit en gemanipuleerde realiteit is een bijna dagelijkse uitdaging geworden.
Het boek “Die Kunstdenkmäler von Eupen-Malmedy” werd gepubliceerd in 1935. Heribert Reiners en Heinrich Neu inventariseerden de kerken, kapellen en sacrale voorwerpen van Oost-België. Andere auteurs maakten bijna tegelijkertijd soortgelijke werken voor andere districten in het Rijnland. Ze plaatsten de kunstmonumenten in een lokale historische context door een historische categorisering. Dat belangrijke werk inspireert lokale historici tot op vandaag. Sommige foto’s die toen werden genomen, zijn bewaard gebleven.
De foto van het dorp Neundorf (waarschijnlijk uit 1933 of 1934) bestaat in twee versies, die kort na elkaar zijn genomen. Het dorp werd in 1929 geëlektrificeerd. Op één foto zijn de elektriciteitsmasten in het dorp te zien. Er rijdt ook een door paarden getrokken voertuig over de dorpsweg. Op een tweede, iets andere foto, zijn de elektriciteitsmasten weggeretoucheerd, net als de paardenkoets.
Alleen de geretoucheerde versie verschijnt in het boek dat in 1935 werd gedrukt. We kunnen alleen maar speculeren waarom de auteurs het zo wilden. In die tijd kon de aansluiting op het elektriciteitsnet geïnterpreteerd worden als een teken van moderniteit. Wilden de auteurs een propagandabeeld tonen van een achterlijk, elektriciteitloos België? Wilden ze de lezer een beeld voorschotelen van een bijna perfecte dorpsidylle? Of werden de masten en het rijtuig gewoon om esthetische redenen verwijderd?
Carlo Lejeune/Philippe Beck
Volgens ZVS, 2017/04, p. 92; 2017/06, p. 142; 2017/08, p. 187.