5081220180612094515488
Historische ruimtes

Vennstrasse: een plaats van herinnering in één richting?

20.06.2022
  • Labo
  • Landreis
  • Historische ruimtes

Zonder grote bochten en bijna kaarsrecht beklimt de Vennstrasse de bijna 700 meter hoge Botrange-heuvel aan de oostelijke rand van België. Daartussen liggen plaatsen als Mont Rigi en Baraque Michel, die op zichzelf al bijna monumenten van Oost-België zijn. De weg maakte het mogelijk om de natuurlijke barrière te overwinnen die het noorden (Eupen) en het zuiden (St Vith en Malmedy) van de regio lange tijd van elkaar had gescheiden. In 1855/56 voltooiden de Pruisische autoriteiten de Venen tussen Baraque Michel en Membach door Belgisch staatsgebied.

De weg was echter geen verbindend element. Het gebrek aan motorvoertuigen maakte de oversteek van de Hoge Venen vanuit het zuiden van het huidige Oost-België onaantrekkelijk. De spoorweg was het belangrijkste transportmiddel, rechtstreeks naar Aken of naar andere gebieden. Door zijn economische zwakte was de huidige Belgische Eifel ook geen aantrekkingspool voor de inwoners van Eupen.

Vandaag is de Vennstrasse een herdenkingsplaats voor de Oost-Belgen. Toen Eupen-Malmedy in 1920 bij België werd ingelijfd, werd de bevolking zich ervan bewust. Voor het eerst was het oversteken van de Venen een interessante manier om met andere Duitstalige Belgen om te gaan. Uit een verkeerstelling uit 1928 blijkt dat het oversteken van de Hoge Venen via de Vennstrasse steeds gebruikelijker werd.

Vandaag wordt de Vennstrasse vaak beschouwd als de levensader tussen het noorden en het zuiden van Oost-België. Naast die teleologische kijk op een weg, mag het nut ervan voor veel mensen uit het zuiden van Oost-België niet worden onderschat. Lange tijd was het een pendelroute voor arbeiders die werk vonden in de geïndustrialiseerde stad Eupen, en dat is het nog steeds.

Het symboliseert het gevoel van saamhorigheid van de Duitstalige Belgen op een interessante manier. “De Venen oversteken” is een spreekwoordelijke manifestatie van de eenheid van de regio’s Eupen en de Belgische Eifel in zowel het zuiden als het noorden geworden. Sinds 1995 versterkt ook de Vennliner-busdienst de verbinding tussen noord en zuid.

Een feit mag echter niet uit het oog worden verloren op die mystieke herdenkingsplaats. Terwijl in 2015 ongeveer 900 mensen – en dan hebben we het nog niet over de werknemers van sommige overheidsinstellingen – uit de Belgische Eifel hun dagloon en brood nog steeds associëren met de reis over de Venen, is het omgekeerde niet het geval. Slechts ongeveer 250 mensen uit de regio Eupen vonden werk in het zuiden van Oost-België. Mensen uit Eupen en de Eifel merken glimlachend op dat de reis van Eupen naar Sankt Vith veel langer aanvoelt dan de reis van Sankt Vith naar Eupen. Is de Vennstrasse dan slechts een herinneringsplaats in één richting?