5081220180612094515488
Sporen van verandering

Trimmyland Eifel: loop toch opnieuw!

28.06.2022
  • Labo
  • Ervaren
  • Sporen van verandering

Trimmyland Eifel: loop toch opnieuw!

“Een slimmerik beknibbelt op uithoudingsvermogen!” In de jaren zestig en zeventig veranderde de leef- en werkomgeving van veel West-Europeanen. Steeds minder mensen werkten in de landbouw of de industrie en steeds meer mensen brachten hun werkdag door achter een bureau in een kantoor: administraties, banken, ziekenfondsen en verzekeringsmaatschappijen boden steeds meer banen aan in de dienstensector, ook in de Belgische Eifel.

Vrij zijn op zaterdag is een recente verworvenheid. Het werd pas aan het einde van de jaren 1950 ingevoerd. In 1960 was 90% van de Belgische werknemers op zaterdag vrij. De werkuren waren ook aanzienlijk ingekort. Er ontstond behoefte aan nieuwe vrijetijdsactiviteiten.

In Oost-België boden warenhuizen zoals Nopri, Grand Bazar en Delhaize in de jaren 1960 niet alleen voldoende voeding aan. Ook de consumptie veranderde. Suiker, room en boter werden steeds vaker gekocht, omdat ze betaalbaarder waren met de snel stijgende koopkracht.

Te weinig beweging, stress in het dagelijkse kantoorleven en een welvarend dieet dat werd gekenmerkt door het economische wonder leidden tot nieuwe ziekten. Daardoor en door nieuwe, dure medische apparatuur in ziekenhuizen rezen de kosten in de gezondheidszorg de pan uit. De algemene kosten van levensonderhoud verdubbelden bijvoorbeeld tussen 1960 en 1972.

Een oplossing voor de nieuwe ziekten werd gevonden in het Latijnse gezegde “mens sana in corpore sano”, “een gezonde geest in een gezond lichaam”. Lichaamsbeweging moest stress verminderen, uithoudingsvermogen moest de gezondheid bevorderen, vrije tijd moest zinvol worden doorgebracht en de bevolking moest fit worden gemaakt. Het is geen toeval dat in deze tijd de eerste wandelclubs in de Belgische Eifel werden opgericht: de Eifeler Wanderverein Büllingen (1973) en de Elsenborn Wanderverein (1973).

De steden Büllingen (1976), Sankt Vith (1982), Bütgenbach (1983) en Born (1989), de naburige steden Eupen (1974), Kronenburg en Vielsalm (1975), Raeren, Ovifat en Thirimont (allen 1980) en Kelmis (1984) namen een idee over dat in de jaren 1970 op ieders lippen lag door het opzetten van hun fitnessparcours: iedereen werd verondersteld fit te worden op eenvoudige trainingsroutes met toestellen in het bos. De initiatiefnemers van die fitnessroutes waren meestal transportverenigingen, lokale overheden, de Juniorenkammer of verzekeringsmaatschappijen.

De Duitse Olympische Sportfederatie ontwikkelde de mascotte “Trimmy” en de fitnesscampagne. Recreatiesport werd gepromoot met de slogan “Trimm dich durch Sport” – ook via de Duitse televisie, waaraan de overgrote meerderheid van de televisiekijkers in de oostelijke kantons de voorkeur gaf.

Interessant is dat de eerste fitnessparcoursen in België (ook in Oost-België) officieel Vita-Parcours heetten, omdat ze gesponsord werden door de Zwitserse verzekeringsmaatschappij Vita. De term “Trimm-dich-Pfad”, die vanuit Duitsland oversloeg naar Oost-België, raakte echter ingeburgerd in de omgangstaal.

Vitus Sproten