Wie wil weten waarom de maïsteelt in de Eifel weer de moeite waard is, hoeft enkel maar met een open blik naar het landschap in de lente te kijken. Je krijgt al snel het gevoel dat je in het spoor bent van de verpakkingskunstenaar Christo. Al meer dan vijf jaar wordt vanaf april steeds meer akkerland bedekt met folie voor de maïsteelt. Die bedekkingen leveren indrukwekkende beelden op, vooral in het zonlicht.
Het idee om akkerland met folie te bedekken werd in 1996 in Ierland ontwikkeld. Voor de millenniumwisseling verspreidde die nieuwe aanpak zich snel naar Ierland, Engeland en Canada. Sinds 2008 experimenteren Nederlandse, Duitse en Belgische boeren ook met die methode. De folie is gemaakt op basis van zetmeel en is biologisch afbreekbaar. Het vergaat als een organische zak in het veld. Om het gewas onkruidvrij te houden, wordt tegelijkertijd een voor-opkomst-herbicide, d.w.z. een onkruidverdelger, toegepast.
Het beloofde voordeel: er kan tot drie weken eerder worden gezaaid. De bodemtemperatuur is ongeveer 5°C hoger onder de folie, zodat de eerste groene maïsplanten al na een paar dagen te zien zijn. Na ongeveer zes weken steken de maïsplanten doorheen de folie. Een paar dagen later spreiden de eerder opgerolde bladeren zich uit. De voortgang van de vegetatie is nu ook visueel zichtbaar. Tijdens de uitrekfase kan een groeiprojectie van ongeveer 40 tot 50 cm worden waargenomen.
Dat proces maakt het mogelijk om rassen met een hogere opbrengst te telen, zelfs op minder gunstige locaties (zoals de Belgische Eifel). Opbrengst en kwaliteit kunnen over het algemeen tot 20% worden verhoogd. Hoewel de folie milieuvriendelijk is, moet de toenemende maïsteelt ook kritisch worden bekeken: Aan de ene kant hebben maïsmonoculturen een negatieve invloed op de biodiversiteit; aan de andere kant hebben ze weliswaar minder vloeibare mest nodig dan grasland op de eerder arme gronden, maar die wordt meestal binnen een zeer kort tijdsbestek toegediend en dan vaak in buitensporige hoeveelheden.
Carlo Lejeune