5081220180612094515488
Oost-België voor beginners

Het interbellum

30.08.2022
  • Labo
  • Oost-België voor beginners

Net als in Elzas-Lotharingen moest een overgangsregering tussen 1920 en 1925 de integratie van de voormalige Pruisische districten Eupen en Malmedy (het huidige Oost-België) voorbereiden. De Hoge Commissaris Herman Baltia, die aan het hoofd stond van die regionale overgangsregering, rapporteerde rechtstreeks aan de Belgische Eerste Minister en had uitgebreide bevoegdheden.

De persvrijheid werd dus aanzienlijk beperkt. Duitse kranten mochten niet meer verspreid worden en al te pro-Duitse redacteurs werden vervangen. Tegelijkertijd werd het nieuwe vaderland gepromoot door te investeren in de bouw van scholen, kerken, dammen, enz. of door nieuwe economische sectoren te promoten. De overgangsregering probeerde ook om de Duitse taal en cultuur te respecteren.

Het Belgische publiek raakte echter enigszins ontgoocheld toen het merkte dat de “herontdekte broeders” enkel de taal van het voormalige vijandige Duitsland spraken, nauwelijks Frans verstonden en zich nogal gereserveerd opstelden tegenover België.

Ook binnen de Belgische partijen waren er verschillende opiniegroepen. De Socialistische Partij was voorstander van een nieuw, democratisch referendum. Politici van de conservatieve partijen riepen op tot de verfransing van de nieuwe burgers. Het Frans moest geleidelijk aan ingevoerd worden in de scholen en in de administratie. Die basishouding kwam voort uit het wijdverspreide koloniale denken van rond de eeuwwisseling, dat soevereiniteit combineerde met het opdringen van de eigen waarden, cultuur en taal.

Na de inlijving bij de Belgische staat werd het huidige Oost-België een volwaardig deel van de Belgische staat. Die laatste had al sinds 1830 een zeer liberale grondwet en was een progressieve democratie. De regering zette haar integratiebeleid echter niet voort. Vanaf 1925 promootten Duitse ministeries de Duitse cultuur, pers en economie in Oost-België. In 1929 stemde 75 % van de Oost-Belgische kiezers op partijen die pleitten voor een nieuw referendum en een terugkeer naar Duitsland.

Nadat de nazi’s in 1933 in Duitsland aan de macht kwamen, werd de promotie van pro-Duitse opiniegroepen vervangen door nationaalsocialistische propaganda. De bevolking was verdeeld. Aan de ene kant stonden de opiniegroepen die zich in het nieuwe vaderland België hadden gevestigd, aan de andere kant de opiniegroepen die voorstander waren van een terugkeer naar het oude vaderland Duitsland en die vanaf 1936 meer en meer werden meegezogen in de maalstroom van het nationalistische wereldbeeld. Die kijk op de geschiedenis verankerde zich ook in het collectieve geheugen.

Vanuit het huidige perspectief probeerde de Belgische staat integratie tot stand te brengen, maar slaagde daar niet in – niet het minst door de Duitse propaganda. België speelde onvoldoende in op de belangen van de bevolking. De staat slaagde er niet in om de Duitse cultuur van de nieuwe minderheid als deel van de Belgische staat te aanvaarden en actief te bevorderen. Bovendien stond de Belgische rechtsstaat voor de vraag welke democratische instrumenten hij kon inzetten tegen de tegenstanders.

  • Adeline_Moons
    Adeline Moons
  • Jeroen Petit
Opinie:

“Er waren gelijkaardige tendensen in Vlaanderen en België na de afscheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Er waren - en er zijn nog steeds - mensen die voorstander zijn van een hereniging van Vlaanderen, of zelfs heel België, met Nederland om “Dietsland” te vormen. Die mensen worden “Dietslanders” genoemd. In Vlaanderen vormden die mensen echter maar een kleine minderheid. In Oost-België waren veel meer mensen voorstander van een aansluiting bij Duitsland. Waarschijnlijk zijn er in elke regio die ooit deel uitmaakte van een ander land mensen die nostalgisch terugdenken aan hun vroegere overheersers.”