5081220180612094515488
Beeld geschiedenis

Het definitieve einde van sigarettenrook

6.09.2022
  • Labo
  • Documenteren
  • Beeld geschiedenis

Dingen ademen vaak geschiedenis. Dat merk je vooral als je in een auto zit, in een hotelkamer of met papier. Daarmee bedoel ik absoluut niet de charme van een oldtimer, een oud plattelandshotel of een bron uit de 19e eeuw. Wat wordt bedoeld is de muffe geur van tabaksproducten die overal hangt en ons herinnert aan een verleden waarin sigaretten, sigaren en pijpen bijna tot de goede zeden behoorden.

Deze foto toont een groep gepensioneerden uit Mürringen aan het eind van de jaren 1960. In die tijd organiseerde de KLJ Mürringen één keer per jaar het zogenaamde “uitje voor ouderen”. Daar was een grote behoefte aan, omdat de senioren in die tijd meestal geen autobezitters waren. Vrijwilligers boden zich aan als chauffeur. Zij reden de gepensioneerden in hun privéauto’s in een konvooi naar geselecteerde excursiebestemmingen in de omgeving waar interessante dingen te zien of te beleven waren. Een gezamenlijke lunch en avondmaaltijd en “een kopje koffie” maakten natuurlijk ook deel uit van het programma.

Wat opvalt is dat alle heren roken. Ze maken deel uit van een vierhonderd jaar oude traditie van tabaksgebruik die de geschiedenis van Europa heeft gevormd. Er ontstonden overslagcentra voor tabaksproducten en nieuwe handelsstromen. Roken veranderde ook het socialiseren en gaf de gewone burger een tweede betaalbaar genotmiddel naast alcohol. Pas de laatste decennia zijn we ons steeds meer bewust geworden van de schaduwzijde van tabaksgebruik: verslaving, ziekte en milieuvernietiging veroorzaakt door tabaksteelt.

Op de foto van Mürringer roken echter alleen de oudere mannen. De jongere dames roken niet. Vrouwen zijn pas laat beginnen roken. Pas in het interbellum begonnen vrouwen in grotere steden tabak te gebruiken. Daarvoor was het roken van sigaretten alleen voorbehouden aan mannen. De consumptie van een “mannenproduct” en de politieke emancipatie van vrouwen in de steden – zoals de invoering van het vrouwenkiesrecht en de eerste vrouwenbewegingen – vielen daarom samen in het interbellum. In de Eifel bleef tabaksgebruik veel langer een mannendomein. De sociale acceptatie van rokende vrouwen nam daar pas in de loop van de jaren 1970 toe.

Terwijl de schadelijke effecten van tabak tot de jaren 1950 nog grotendeels onbekend waren en tot 88%van de mannen in Duitsland rookte, werd de jongere generatie zich vanaf de jaren 1970 steeds meer bewust hoe schadelijk de tabaksconsumptie eigenlijk is.

De geschiedenis van tabak is daarom ook altijd een geschiedenis van verbod. Vooral de laatste jaren zijn er enorme inspanningen geleverd om schadelijke rook tegen te gaan. Sinds 1 januari 2010 is de hele horeca in België rookvrij. Rokers worden naar buiten gestuurd. Roken is ook verboden op de werkvloer en in veel openbare gelegenheden en de tabaksaccijns is herhaaldelijk verhoogd. Dat had positieve gevolgen: slechts 22% van de Belgische bevolking rookt nu. Toch rookt nog 16,5% van de jongeren tussen 15 en 24. De rookcijfers geven ook een inzicht in onze sociale structuur: mensen met een lager diploma hebben nog steeds twee keer zoveel kans om te roken als mensen met een universitair diploma. Mannen roken ook veel vaker een sigaret dan vrouwen. De verkoopcijfers voor tabaksfabrikanten zijn duidelijk: wereldwijd stagneert de verkoop of daalt die al. Vooral in Europa verdwijnt roken langzaam.