5081220180612094515488
introspectie

Het dagelijks leven documenteren: gastarbeiders in Oost-België

27.06.2022
  • Labo
  • Ervaren
  • introspectie

Van koninklijke bezoeken, herdenkingen, Sint-Maartenprocessies of bedevaarten bestaan meestal talloze foto’s. Mensen hebben de neiging om vooral het speciale te documenteren. Niet-alledaagse gebeurtenissen bepalen daarom vaak ons beeld van de geschiedenis. Daar zijn veel redenen voor. Aan het begin van de 20e eeuw was het bijvoorbeeld nog erg tijdrovend en duur om een foto te nemen. Niet iedereen kon zich een camera veroorloven. Tegelijkertijd lijken de speciale gelegenheden veel vluchtiger dan het alledaagse leven dat we elke dag meemaken. Daarom willen we het vergankelijke vastleggen op foto. Wij mensen willen ook altijd een positief beeld van onszelf en de tijd waarin we leven. Daarom is het zinvol om te laten zien wat opmerkelijk is.

Het dagelijkse leven wordt zelden fotografisch of schriftelijk gedocumenteerd. Daarom zijn dergelijke documenten des te opmerkelijker voor historisch onderzoek. Er bestaan bijvoorbeeld talrijke foto’s van de bouw van de stuwdammen in Eupen, Robertville en Bütgenbach, die de afzonderlijke bouwfasen documenteren. We zien echter zelden de honderden arbeiders die hielpen bij de bouw van de dammen. Historici Carlo Lejeune en Klaus-Dieter Klauser schatten dat er ongeveer 1.500 mensen werkten bij de bouw van de werken. Soms werkten er 400-500 arbeiders in Robertville en ongeveer 200 in Bütgenbach. De arbeiders kwamen voornamelijk uit Italië en werden ondergebracht in barakken in de buurt van de bouwplaatsen.

Klaus-Dieter Klauser schat: “Natuurlijk bleef zo’n concentratie van mensen niet zonder gevolgen voor het sociale leven. De barakken en materiaalopslagplaatsen werden twee keer in brand gestoken, blijkbaar uit wraak, en een ruzie tussen arbeiders liep zelfs fataal af voor een van hen. Voor de rest verliep het samenleven tussen de seizoenarbeiders en de lokale bevolking echter soepel; na de bouw van de stuwdam bleven sommige gastarbeiders zelfs in ons gebied wonen en stichtten hier een gezin.”

Een fotograaf van de fotostudio Lander documenteerde het leven van de Italiaanse buitenlandse arbeiders. De foto’s geven ons een dieper inzicht in het leven van de arbeiders. Het is niet meer duidelijk of het kamp in Bütgenbach, Robertville of Eupen was. Eén foto toont 22 barakken. De schoorstenen van sommige woningen roken en de kachels vormden het centrale element in de woningen. Die werden ook van licht voorzien. De stapelbedden van de arbeiders staan dicht op elkaar gepakt. Veel kamers getuigen van de nauwe band van de werknemers met hun Italiaanse thuisland. Koffers lijken te zijn opgeborgen, klaar om te reizen, kleine foto’s hangen aan de muren, een traditionele Italiaanse demijohn staat op de achtergrond en een man leest de Italiaanse sportkrant Ogni Sport. De foto’s werpen ook licht op hoe de arbeiders hun vrije tijd doorbrachten. Er staan lange tafels met banken in de ontspannings- en eetzaal. Op de achtergrond staat een radio. Verschillende koks bereiden eten voor de arbeiders in een kantinekeuken. Een doos met het opschrift “Palermo Macaroni” geeft aan dat ten minste een deel van het voedsel afkomstig was uit het thuisland.

Zelfs vandaag de dag zijn we vaak afhankelijk van de documentatie van oplettende fotografen om het verleden beter te begrijpen of om er een gedetailleerder beeld van te krijgen. De foto’s van de Italiaanse arbeiders bieden een toegevoegde waarde voor historisch onderzoek. Ze geven inzicht in het dagelijkse leven van buitenlandse arbeiders. Zelfs nu vinden we het nog vaak moeilijk om grote projecten zoals de aanleg van de snelweg door Oost-België of alledaagse situaties te visualiseren. Reden genoeg dus om met een oplettende blik door het heden te gaan en het steeds opnieuw te documenteren.