5081220180612094515488
Oost-België voor beginners

Het Congres van Wenen (1815)

31.08.2022
  • Oost-België voor beginners

Na de val van Napoleon kwam er een einde aan de Franse overheersing in Europa. Op het Congres van Wenen werd de kaart van Europa herschikt. Het zelfbeschikkingsrecht van volkeren bestond toen nog niet. De aanwezige vorsten, diplomaten en generaals namen onderling de beslissingen. De gebieden rond Eupen, Malmedy en Sankt Vith, die sinds 1794 deel uitmaakten van het departement Ourthe, werden toegewezen aan Pruisen. Vanaf dat moment vormden ze drie districten. Slechts een paar jaar later werden de twee districten Sankt Vith en Malmedy samengevoegd. Er was echter onenigheid over het kleine dorpje Altenberg, het huidige Kelmis, waar zich een galmeimijn bevond. Het gebied werd in 1815 tot neutraal gebied verklaard en voortaan “Neutraal Moresnet” genoemd, dat tot 1920 als curiositeit bestond.

Voor de Franse Revolutie behoorde het grensgebied Eupen-Malmedy-Sankt Vith grotendeels tot de Zuidelijke Nederlanden, ook bekend als de “katholieke” of “Belgische provincies”. In de logica van de 19e-eeuwse nationale geschiedschrijving nam de onafhankelijke Belgische staat dus vanaf 1830 het geestelijk erfgoed van de Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden over. Het feit dat het huidige Oost-België voor 1815 ook grotendeels tot het historische grondgebied van België had behoord, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende vredesonderhandelingen gebruikt als argument voor territoriale aanspraken.

  • Mona_Noe_
    Mona Noé
Opinie:

“Ik kom ook uit een regio dicht bij de grens. Het district Schleiden behoorde ook tot de Oostenrijkse Nederlanden en had deel kunnen worden van België. Maar de geschiedenis heeft een andere loop genomen [...]. Ik vraag me af of historische ontwikkelingen, en dus ook het heden, op de een of andere manier voorspelbaar zijn of alleen achteraf begrepen kunnen worden. Vooral omdat verklaringen en perspectieven zo vaak verschillen van regio tot regio. De Duitse nationale geschiedschrijving die ik ken, benadert geschiedschrijving op een andere manier.”

De Duitse nationale geschiedschrijving heeft een heel andere visie. Het concept van de culturele natie werd bedacht tijdens de Romantiek. Taal en cultuur werden verondersteld om de nationale verbondenheid te definiëren. De regio tussen Aken en Luxemburg werd beschreven als “het verste westen van het Germanisme”, dat een onveranderlijk deel van de Duitse cultuurnatie zou zijn.

  • Judith Molitor
Opinie:

“Een natiestaat streeft naar meer eenheid, en daarbij hoort het idee dat alle mensen van een bepaalde taalgroep bijna onvermijdelijk een eigen staat moeten vormen. Dat ze bij elkaar horen, dat verschillende talen eerder verdelen dan verenigen. Zo'n model suggereert een bepaalde orde in taalkundig heterogene staten. Dus je weet waar je aan toe bent, hè? Nee, niet echt. Voor veel Europese landen werkt die vergelijking niet; er is altijd minstens één officiële taal, maar er is ook minstens één regionale minderheidstaal. Dat geldt voor Duitsland, maar ook voor de buurlanden, zoals België met zijn Duitstalige gemeenschap in het oosten van het land.”

“De gebieden rond Eupen en Malmedy behoorden tot na de Eerste Wereldoorlog tot Duitsland. Voor de regio Prüm, waar ik vandaan kom, is het stadje St. Vith nog steeds enigszins relevant; je gaat er af en toe heen en hebt er misschien nog verre familieleden. Creëert dat een gevoel van saamhorigheid? Nee. Aan de Duitse kant gaat het in ieder geval nauwelijks verder dan een vaag “vroeger waren ze van ons”. En het is altijd grappig om het Oost-Belgische dialect op de radio te horen (d.w.z. op een ongebruikelijk officieel niveau), dat zo lijkt op het Eifeldialect. De gemeenschappelijke taal alleen zorgt dus niet voor een groter gemeenschapsgevoel. Wat is de reden voor dat opvallende gebrek aan verbondenheid? Ten eerste kan natuurlijk niet worden uitgesloten dat iemand met nauwere persoonlijke banden met Oost-België of uit de directe grensstreek de situatie anders zou beoordelen dan ik. Afgezien daarvan heeft het misschien iets te maken met de situatie na de Tweede Wereldoorlog, toen de Europese staten decennialang voor het eerst in het reine kwamen met de gebeurtenissen in hun eigen land - als ze dat al deden. Bovenregionaal contact of uitwisseling speelde geen grote rol in de landelijke Eifel. En in Oost-België?”

Vandaag worden beide perspectieven beschouwd als politiek gemotiveerde verhalen. Ze gebruikten historische beelden als argument voor territoriale aanspraken. Die concepten worden vandaag nog steeds gebruikt om talrijke conflicten te rechtvaardigen.

  • Michel_Pauly
    Michel Pauly
Opinie:

“Delen van deze regio (Sankt Vith en de noordoostelijke gebieden daarachter) behoorden eeuwenlang tot het hertogdom Luxemburg, dat op het Congres van Wenen (1815) zijn oostelijke gebieden moest afstaan aan Pruisen. Behalve de bovengenoemde gebieden waren dat ook de gebieden die tot Bitburg reikten. De reden daarvoor was dat Willem I, koning van de Verenigde Nederlanden (het huidige Nederland en België) in 1815 ook groothertog van het nieuw opgerichte groothertogdom Luxemburg kon worden. In de Luxemburgse geschiedschrijving staat dat tegenwoordig bekend als de Tweede Verdeling van Luxemburg; de Eerste Verdeling had al plaatsgevonden in 1659 ten tijde van de Spaanse Nederlanden. Het huidige Oost-België heeft dus niet alleen een “Belgisch” verleden, maar deels ook een Luxemburgs verleden. Het blijft echter twijfelachtig of de bevolking van de meest noordelijke gebieden van het hertogdom Luxemburg zichzelf ooit als Luxemburgs heeft beschouwd tijdens hun eeuwenlange verbondenheid met het hertogdom - het Luxemburgse verleden van Saint-Vith en omgeving duurde langer dan hun Pruisisch/Duitse en Belgische verleden tot op heden samen - aangezien het Luxemburgse nationale gevoel een product is van de 19e en 20e eeuw.”

Vandaag bekijken historici de regio vanuit een heel ander perspectief: ze zien het huidige Oost-België als een tussengebied dat invloeden absorbeerde van zowel Duitsland als België. Het ontwikkelde zich tot een transitregio met zijn eigen speciale kenmerken. Het beste voorbeeld: rond 1800 had de Duitse schrijftaal zich alleen gevestigd in het zuidelijke deel van de regio, rond Sankt Vith. In het noordelijke deel, het Eupener Land, concurreerden Duits, Nederlands en Frans nog als geschreven talen.