De Slag om de Ardennen is een van die zeldzame grensoverschrijdende herdenkingsplaatsen. De steden en dorpen Sankt Vith, Malmedy, Büllingen, Rocherath, Recht, Faymonville, Bastogne, Houffalize, Prüm, Winterspelt, Clerf en Vianden hebben allemaal een gemeenschappelijk lot. Ze werden (bijna) volledig vernietigd tijdens het Ardennenoffensief. Hoewel de inwoners van de hele regio slachtoffers waren van de Tweede Wereldoorlog, is de communicatieve herinnering aan de gebeurtenissen in Duitstalig en Franstalig België, Luxemburg en Duitsland heel verschillend.
Vooral in de Belgische Eifel zegt het Ardennenoffensief veel over de inwoners van de regio. Grote delen van de regio werden verwoest tijdens de gebeurtenissen van de laatste oorlogswinter in 1944/45. De bevolking werd geëvacueerd of vluchtte voor de vijandelijkheden naar België of Duitsland, bijvoorbeeld als onderdeel van de “grote trek”.
De Slag om de Ardennen was een ideaal startpunt voor de inwoners van de Belgische Eifel om een dominante herinnering van opoffering op te bouwen, die tegelijkertijd het ongewenste verdoezelde. Over de gebeurtenissen tijdens de Slag om de Ardennen en het gedeelde leed kon onbevooroordeeld gesproken worden. De gebeurtenissen tijdens het interbellum en de daarmee gepaard gaande verdeeldheid van de hele bevolking konden worden vergeten. Het feit dat veel mensen uitkeken naar de annexatie door Duitsland en de daarmee gepaard gaande aanname van een dictatoriale, nationaalsocialistische staat van onrechtvaardigheid, kon bewust over het hoofd worden gezien.
De opkomst van de topos van de gedwongen soldaat moet ook in deze context worden gezien. Hoewel er geen verschillen waren tussen de Duitse Wehrmachtsoldaten en de meeste dienstplichtige Oost-Belgen, onderdrukte de Slag om de Ardennen de discussie over gedwongen dienstplicht in de Wehrmacht. De Slag om de Ardennen had ook een soortgelijke functie in het noorden van Luxemburg.
Hoewel de wederopbouw van de regio verschillende patronen volgde, speelde die toch een belangrijke rol voor de gedenkplaats van het Ardennenoffensief. Gedurende meerdere jaren overlapte de wederopbouw de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog en werd de herinnering ook fysiek gericht op de vernietiging en het lijden veroorzaakt door het Ardennenoffensief.
Monumenten, herdenkingstochten, militaire begraafplaatsen en romans helpen om de herinnering aan de Slag om de Ardennen levend te houden. Het belang van de gebeurtenissen mag op geen enkele manier worden geminimaliseerd. Duizenden burgers en tienduizenden reguliere troepen werden het slachtoffer van het offensief aan beide zijden van de grens, om nog maar te zwijgen van het onmetelijke psychologische lijden. Het Ardennenoffensief als herdenkingsplaats onthult ook hoe selectief de retrospectieve kijk van de Oost-Belgen op hun eigen geschiedenis kan zijn. Kritische aspecten worden genegeerd en het geautoriseerde voedt ook in Oost-België het communicatieve geheugen.
Leestips
Carlo Lejeune & Christoph Brüll, „Geschichtsschreibung als Spiegel des Zeitgeistes. Von der Vereinnahmung der Geschichte zur Europäisierung der Erinnerungskultur“, in Carlo Lejeune, Christoph Brüll & Peter Quadflieg (Hg.), Grenzerfahrungen. Eine Geschichte der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens (Bd. 4), Staatenwechsel, Identitätskonflikte, Kriegserfahrungen (1919-1945), Eupen 2018, S. 366-392.
Philippe Beck & Hubert Roland, „Von den Schatten der Vergangenheit zu einer Ostbelgitude. Auseinandersetzungen mit Geschichte und Identität in der Literatur Ostbelgiens“, in Tobias Dewes, Andreas Fickers & Vitus Sproten (Hg.), Eine Geschichte der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens (Bd. 6, 1973–2023), Eupen 2023 (im Erscheinen)