Er zijn talloze anekdotes over deze twee heren en deze ene dame, die in de volksmond bekend staan als de belangrijkste vertegenwoordigers van klein Oost-België in de grote wereld. In mijn werk zijn ze verborgen op een kaart. Wie vindt het hoofd van de “Schmaubär” in het noorden met zijn kleurrijke carnavalsmuts, zijn lange kin en zijn kenmerkende sik? Wie ziet in het zuiden meteen de schrandere “Mottes” uit de Eifel met zijn lange neus, lachend naar de wereld? Alleen “Madame Mâmdyene”, getooid met een oorbel, kijkt naar het westen en wordt nauw geassocieerd met “Mottes” en “Schmaubär”. Alle drie staan ze voor talloze plagerijen. Maar ze staan ook symbool voor identiteit en het besef dat zowel de kleinste als de grootste grenzen steeds opnieuw overschreden moeten worden. Eigenlijk typisch voor Oost-België.
Wilfried Dahmen
Recht