Voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog namen Duitse reservisten in uniform deel aan de herdenkingsplechtigheid in St. Vith. Dat gebeurde op voorstel van de Vriendenkring Reservisten Eupen-Malmedy-St. Vith, in het bijzonder van haar coördinator Marcel Vaessen. De twee organisaties onderhouden al enkele jaren vriendschappelijke betrekkingen en het contact kwam tot stand tijdens een militair-historische excursie van de Vechtse reservisten naar België, waarbij Marcel Vaessen als spreker optrad.
Het was geen vanzelfsprekendheid om toestemming te krijgen om officieel mee te gaan met de Belgische reservisten en een Amerikaanse erewacht in Bundeswehruniform als teken van solidariteit vandaag. Er was scepsis van de kant van de Bundeswehr of de verschijning van Duitsers in uniform kon worden opgevat als ongevoelig voor de geschiedenis, de slachtoffers en de voormalige vijanden van de oorlog. Maar achteraf kan gezegd worden dat we integendeel warm onthaald werden door alle betrokkenen. In zijn toespraken benadrukte burgemeester Grommes het belang van onze aanwezigheid als symbool van internationaal begrip, vrede en Europees partnerschap. De aanwezigen en het publiek zagen dat duidelijk zo en steunden het. De foto, die zelfs op de voorpagina van Grenz-Echo werd gepubliceerd, dient als bewijs daarvan: een Duitser en een (Oost-)Belgische reservist schudden elkaar de hand in St. Vith voor de gedenksteen voor de (Amerikaanse) gesneuvelden van de Slag om de Ardennen.
Wij zijn dankbaar en verheugd dat wij Vechtse reservisten zo’n nauwe band met onze Oost-Belgische kameraden onderhouden. Als voorzitter van de RK Vechta en als inwoner van Aken ligt mij dat na aan het hart en heb ik mijn kameraden uit Vechta in Noord-Duitsland hiermee kunnen “besmetten”. Ongeveer 15 jaar geleden ben ik om professionele redenen met mijn gezin naar Nedersaksen verhuisd. Zoals het gezegde luidt: “Je leert veel dingen pas waarderen als je ze niet meer hebt”. Ik mis niet alleen mijn geboortestad Aken, maar ook die bijzondere situatie in het drielandenpunt. De Europese flair, de speciale levenshouding, de diversiteit en toch de saamhorigheid. Mijn affiniteit met Oost-België in het bijzonder komt waarschijnlijk voort uit het feit dat ik als kind in Moresnet en Kelmis heb gewoond. Hoewel ik daar niet veel herinneringen aan heb omdat ik te jong was, hebben de verhalen van mijn ouders en broers en zussen over onze tijd daar die genegenheid aangewakkerd.
Oost-België heeft als minderheid geen gemakkelijke geschiedenis gehad en daarom bewonder ik het des te meer: om het feit dat de Oost-Belgen hun cultuur en levenswijze hebben bewaard en trouwe Belgen zijn, dat ze hun moedertaal behouden en vaak drie talen tegelijk spreken, dat ze open staan voor hun binnen-Belgische en Europese buren en toch hun onafhankelijkheid bewaren. Dat klinkt als een liefdesverklaring – en dat is het ook, want voor mij is Oost-België het echte Europa!
Alexander Esser, onderofficier bij de reserves
Voorzitter van de Bundeswehr-reservistenkameraadschap Vechta