5081220180612094515488
Sporen van verandering

De meinacht: altijd anders

28.06.2022
  • Labo
  • Ervaren
  • Sporen van verandering

Op de ochtend van 1 mei kun je bij sommige huizen nog een meiboom zien staan. Overdag kun je met een beetje geluk groepen jonge, dronken mannen tegenkomen. Hier en daar is de meinacht nog te horen – niet beter, maar ook niet slechter gezongen dan in voorgaande decennia. De meimaand leeft nog steeds. Maar de aantrekkingskracht lijkt te zijn afgenomen. Steeds minder jongens nemen deel aan het gebruik en steeds minder meisjes zijn zelfs thuis op die dag. Sommige meisjes bundelen hun krachten en ontvangen de jongens samen buitenshuis in een grotere, gehuurde ruimte. Onaangename uitwassen van vandalisme in de afgelopen decennia hebben bijgedragen aan die ontwikkeling.

Staat de traditie van de meinacht op uitsterven? Ik denk het niet. De meimaand is het beste voorbeeld van het feit dat elke gewoonte voortdurend verandert, soms meer, soms minder. We weten dat de meinacht waarschijnlijk de enige typisch Oost-Belgische gewoonte is. Het overlapte waarschijnlijk oudere gebruiken op die dag, die over het algemeen grappen en grollen toestonden. In 1868 schreef de plaatselijke Malmedy-dichter Florent Lebierre dit gedicht als “rol” voor het carnaval, dat in 1898 door Olivier Lebierre op muziek werd gezet en in 1900 door barones von Heydt werd vertaald. Het meinachtlied werd waarschijnlijk al voor de Eerste Wereldoorlog gezongen voor de huizen van jonge meisjes in Malmedy Wallonië. Er zijn aanwijzingen dat het in 1921 voor het eerst werd uitgevoerd in de nu Belgische Eifel door de muziekvereniging Amel. Na Amel volgden andere verenigingen in andere dorpen. De eerste jonge groepen muzikanten reisden ook naar de huizen van jonge meisjes en speelden het deuntje.

Terwijl de jonge mannen aanvankelijk alleen een fles schnaps kregen als beloning voor hun inspanningen, werden ze tussen 1945 en 1965 – afhankelijk van de locatie – steeds vaker toegelaten in de huizen. Nu verving bier langzaam de schnaps. Het gebruik werd meer regionaal in de jaren 1970. Dankzij een betere mobiliteit bezochten de vrijgezellen steeds vaker meisjes in naburige dorpen en later in de hele regio. Dat betekende het einde van de meinacht als een dorpsgebruik georganiseerd door een vaste groep vrijgezellen.

Tot in de jaren 1980 was het een eer voor de meisjes om “de meinacht te worden toegezongen”, zoals de Eifelbewoners zeiden. Broodjes en andere snacks werden steeds vaker aangeboden. Toen vanaf de jaren ’90 de alcoholcontroles werden verscherpt na verschillende dodelijke verkeersongevallen op die avond, reisden steeds meer vrijgezellen in minibusjes, zodat het potentiële aantal bezoekers in de huizen toenam. Vanaf de jaren 1980 waren er geïsoleerde gevallen van vandalisme in de privéhuizen, maar die vonden weinig weerklank. Aan de andere kant vierden studenten in Louvain-la-Neuve bijvoorbeeld al in de jaren 1980 een alternatieve meinacht. In het spoor van de emancipatie zongen de vrouwelijke studenten voor hun mannelijke medestudenten.

Tegenwoordig zijn jongeren steeds minder lokaal (in het dorp) of regionaal thuis. Nieuwe gemeenschappen ontstaan via sociale media in een steeds virtuelere wereld. Communicatie en feestcultuur veranderen snel. De jonge Oost-Belgen zullen de meinacht waarschijnlijk moeten blijven aanpassen zodat ze een nieuwe plaats kan veroveren in het leven van jongeren, net zoals ze dat altijd gedaan heeft.

Carlo Lejeune