5081220180612094515488
Sporen van verandering

Binnenkort afscheid van munten en biljetten?

6.09.2022
  • Labo
  • Ervaren
  • Sporen van verandering

Tegenwoordig gaat er weinig meer zonder dit stukje plastic in het dagelijks leven: iedereen heeft waarschijnlijk wel een of meerdere chipkaarten in zijn portemonnee. Die chips geven ons elke dag veel meer koopkracht dan de munten of biljetten die we in onze portemonnee hebben. In Zweden bijvoorbeeld is al 95% van de detailhandel cashloos. Het is de bedoeling dat contant geld daar in 2030 volledig is afgeschaft. In 2019 betaalden in Duitsland voor het eerst meer mensen met een kaart dan met contant geld.

Twee technische uitvindingen springen eruit in deze ontwikkeling:

  • In 1968 werd een patent aangevraagd voor de chipkaart. Een paar jaar later werd die op een praktischer drager geplaatst: plastic kaarten in het toen al gangbare creditcardformaat.
  • In 1989 werd internet gelanceerd, waardoor banktransacties (ook in combinatie met chipkaarten) uiterlijk vanaf de tweede helft van de jaren negentig online konden worden uitgevoerd, wat geheel nieuwe mogelijkheden creëerde.

1968 was ook van groot economisch belang: banken uit zeven Europese landen kwamen overeen om zogenaamde Eurocheques in te voeren, cheques die grensoverschrijdend gegarandeerd werden door Europese kredietinstellingen (1). Veel andere landen volgden dat voorbeeld.

Dat alles veranderde het koopgedrag in heel Europa. Maar welke stappen waren merkbaar en zichtbaar in Oost-België?

De chipkaart werd voor het eerst massaal gebruikt voor de eerste geldautomaten, waar aanvankelijk alleen geld kon worden opgenomen in het land van herkomst. In 1979 werden ze in België (net als in de meeste andere Europese landen) geïnstalleerd: enerzijds Bancontact (voor de banken ASRK, BBL, Kredietbank), anderzijds Mistercash (Generale Bank, Gemeindekredit).

Alleen Grenz-Echo berichtte over een grote PR-campagne voor de ingebruikname van de eerste Mister Cash-geldautomaat in Eupen op 11 november 1980 (2).

In de dagbladen is niet te vinden wanneer de eerste geldautomaat in de Belgische Eifel in gebruik is genomen. De eerste Postomat werd in 1986 in Sankt Vith in gebruik genomen. CERA introduceerde haar geldautomaten in Oost-België in 1992.

Telefonisch bankieren was mogelijk vanaf de jaren 1980, maar werd nauwelijks gebruikt in Oost-België. Internetbankieren was een ander verhaal. Dat begon in de tweede helft van de jaren 1990. Van 1998 tot 2018 steeg het aantal gebruikers van internetbankieren in Duitsland van 8 naar meer dan 50 procent. In 2018 maakten 5,9 miljoen Belgen gebruik van de mogelijkheden van virtueel bankieren. Cijfers voor Oost-België zijn niet beschikbaar.

In 2018 gaf elke Belg gemiddeld 1.273 euro uit in online winkels (3).

Niet alleen de geldstroom, maar ook de goederenstroom loopt nu via het virtuele netwerk.

Die ontwikkeling is bijvoorbeeld te zien in het interieur van de banken in Oost-België: sommige filialen zijn gesloten, er is veel personeel weggesaneerd, klanten zijn gedwongen om virtuele geldtransacties te doen en de technische mogelijkheden van virtueel betalen worden steeds meer benut. Kassa’s zijn nu alleen nog beschikbaar in grote kantoren. De focus ligt nu alleen nog op beleggingsadvies.

Veel klanten halen echter ook in het dagelijks leven steeds vaker hun Maestrokaart boven en betalen online in winkels. Ook in Oost-België is er in bijna alle winkels een kaartlezer. Uiteraard, want in 2017 gaf 64% van de Belgen aan dat dat hun favoriete betaalmiddel was.

Blijft nog één vraag over: wanneer wordt cashloos betalen ook in Oost-België de norm?

Carlo Lejeune

Uit ZVS, 2021

(1) Deze vorm van cashloos betalen is op 1 januari 2002 vervallen.

(2) Grenz-Echo, 13 november 1980.

(3) Grenz-Echo, 14 maart 2019, p. 3.